Een vrouw in Berlijn: dagboekaantekeningen van april tot juni 1945

Als je een boek leest over de Tweede Wereldoorlog, is dat vaak vanuit het oogpunt van iemand in Nederland of België of Engeland. Maar hoe was het voor gewone Duitsers? Een jonge vrouw in Berlijn hield een dagboek bij in de onzekere maanden rond het einde van de oorlog. In 1954 werd dit voor het eerst gepubliceerd, anoniem, want de schrijfster was bang dat ze erop aangekeken zou worden. Ik heb de Nederlandse vertaling door Froukje Slofstra gelezen, die in 2004 uitkwam.

In april 1945 lopen er in Berlijn veel Russische militairen rond, die de stad hebben overgenomen van de nazi’s. Veel inwoners zijn gevlucht, maar er zijn ook een heleboel Duitsers gebleven. Zij zitten zonder stroom. Water moeten ze halen bij een waterpomp in de buurt. De Russen delen eten uit op het vertoon van bonnen, maar dat wisselt sterk in kwaliteit en hoeveelheid. Er vallen bommen die veel huizen beschadigen. Buren brengen veel tijd met elkaar door in schuilkelders. Niemand gaat uit werken. Er is geen goede nieuwsvoorziening en men moet het doen met geruchten. Zo is lange tijd niet duidelijk of Adolf Hitler nog in leven is en waar hij zich dan bevindt. Ook over familie en vrienden in andere delen van de stad is grote onzekerheid.

Verder lezen