Het kinderboek Clara begint met een korte uitleg over hoe het leven eruitzag in 1911, zonder computers en met meer paard-en-wagens dan auto’s in de straten. Ook was er meer onderscheid tussen wat mannen en vrouwen deden. Maar de hoofdpersoon van dit boek is het daar niet altijd mee eens…

Clara is elf jaar en ze woont in Amsterdam. Haar vader is timmerman en haar moeder zorgt thuis voor de kinderen. Clara is intelligent en doet het goed op school, maar ze vraagt zich af hoe lang nog. Doorleren is duur en ze hebben het thuis niet breed.

Op school ruilen kinderen dierenplaatjes die te krijgen zijn als je boodschappen doet bij een bepaalde winkel. Die plaatjes zijn getekend door een ontdekkingsreiziger. Clara is daar helemaal door gefascineerd en ze vertelt dat ze ook ontdekkingsreiziger wil worden. De andere kinderen zeggen: ‘maar je bent een meisje!’ Clara vindt dat onzin; meisjes kunnen heel veel dingen net zo goed als jongens en soms zelfs nog beter. Meester Korevaar vertelt over een vrouwelijke ontdekkingsreiziger die in de negentiende eeuw door Afrika reisde. Het kan dus heus!

Pieter Feller en Tiny Fisscher vertellen het allemaal in heldere taal. Het gaat over het gewone dagelijkse leven, wat interessant is, omdat het toen zo anders was. En er zijn ook genoeg gebeurtenissen die spanning in het verhaal geven.

Clara’s vader raakt gewond tijdens zijn werk en dat levert veel zorgen op. Nog erger is het als hij een zware griep oploopt en komt te overlijden. Dat is toch vreselijk! En hoe moeten ze nu aan geld komen? Clara’s moeder gaat thuis aan de slag als naaister. Ze moeten verhuizen naar een kleinere woning. Op haar twaalfde verjaardag gaat Clara op zoek naar werk, want ze ziet dat haar moeder moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Ik vind het jammer dat het boek uit is, maar zie dan dat er twee vervolgdelen zijn! Die lees ik er meteen achteraan.

In het begin staat een samenvatting van wat er in het vorige deel is gebeurd, wat voor mij nu niet nodig is. Maar het is heel handig; alle vervolgboeken zouden zo’n inleiding moeten hebben! In Clara het krantenmeisje maakt Clara van alles mee tijdens haar baan als krantenverkoper op het Centraal Station van Amsterdam en later in haar krantenwijk. Ze is het eerste krantenmeisje van Nederland en haalt daarmee zelf de krant! Haar rappe tong komt vaak goed van pas, maar soms komt ze erdoor in de problemen. Ze leert allerlei mensen kennen, waaronder vriend Sjaak en zijn oma. Die heeft een fiets die ze niet meer gebruikt en ze vindt het goed dat Clara erop rijdt.

In Clara zet door heeft Clara via Sjaak een ander baantje gevonden, bij koffie- en theehandel Brandt. Ze staat er achter de toonbank en in de middag fietst ze de halve stad door om koffie en thee te bezorgen bij café’s en hotels. Daarbij moet ze oppassen voor de trams en de eerste auto’s. Clara ziet onderweg van alles gebeuren en soms schrijft ze dan een stukje voor de krant, om wat bij te verdienen. Het is ook de tijd dat steeds meer elektriciteit en telefoon wordt aangelegd. En dan komt oom Marcus terug uit Suriname, met zijn donkere vrouw en drie kinderen. Clara droomt er nog steeds van om ontdekkingsreiziger te worden en vindt het geweldig om zijn verhalen te horen. Ik heb genoten van deze heerlijke boeken, waarvan geen bladzijde saai is.