Een verhalenbundel is als een doos bonbons. Je eet er één of een paar als heerlijk tussendoortje, maar het vormt geen volledige maaltijd. Soms zit er eentje bij die niet zo smaakt, dan neem je er gewoon nog eentje om te kijken of die wel lekker is. Maar pas op: als je er teveel achter elkaar naar binnen propt, kan je je misselijk eten… Ik hoor of lees vaak dat mensen zeggen niet zo van verhalenbundels te houden en daarom lezen ze die nooit. Als jij zo iemand bent, dan mis je echt iets!
Een kort verhaal is fijn voor tussendoor. Korte verhalen bevatten vaak scherpe beschrijvingen en de kans op humor is groot. De schrijver moet immers in korte tijd iets duidelijk maken. Je zult dus niet in langdradige beschrijvingen belanden. Ik lees een verhalenbundel altijd terwijl ik ondertussen ook één of twee romans lees, zodat het echt een tussendoortje wordt. Een verhaal duurt korter en blijft daarom misschien minder vaak hangen. Toch zijn het juist ook verhalen die ik me nog goed kan herinneren, omdat ze zo’n indruk hebben gemaakt.
Een vaak gehoord argument tegen korte verhalen is dat je niet een hele tijd meeleeft met een hoofdpersoon. Soms is het inderdaad wel lastig dat je steeds moet schakelen tussen gezichtspunten. Maar over het algemeen hebben schrijvers toch een bepaalde stijl. Vaak heeft een bundel een bepaald thema of raken de verhalen elkaar op een andere subtiele manier. Wat ik ook mooi vind is dat een verhaal ervoor kan zorgen dat je gaat lezen over een thema waarover je niet zo snel een roman zou kiezen, maar dat toevallig wel in de bundel wordt aangeroerd. Dat is dan een mooie gelegenheid om te ontdekken of het thema je echt niet ligt of dat je smaak toch anders is dan je altijd dacht.
De meeste verhalen beslaan een paar bladzijden, wat goed te overzien is. Het liefst lees ik verhalen van maximaal 10 bladzijden, zodat het ook echt niet lang duurt. Voor een verhaal van 40 bladzijden moet ik tijd plannen, want ik wil een verhaal wel graag in één keer uitlezen. Ik kies er dan ook voor om verhalenbundels thuis te lezen en niet in de trein, zodat ik niet het risico loop halverwege te moeten stoppen. Toch zijn er ook geweldige verhalen die wat langer zijn, zoals ‘Het verhaal van Oosterhuis’ van Belcampo.
Ik doe meestal wat langer over een verhalenbundel, omdat ik maximaal één of twee verhalen per dag lees, of drie als het om heel korte verhalen gaat. En dan wil ik erover bloggen, maar hoe doe je dat? Een samenvatting van het hele boek is niet mogelijk. Soms licht ik er één of meerdere verhalen uit. De kunst is om de sfeer van de hele bundel weer te geven. Op 15 oktober bloggen we met Een perfecte dag voor literatuur over een boek met korte verhalen, dus dan kan je zien hoe verschillende boekbloggers dat aanpakken. Ik hoop dat dit je zal stimuleren om eens wat vaker een verhalenbundel op je leesstapel te leggen. Voor mij is zo’n verhaal vaak een echte traktatie, waar ik mij erg op kan verheugen.
Mooi geanalyseerd! Ik heb soms ook moeite met verhalenbundels, en andere keren dan weer niet.
LikeLike
Leuk zo’n pleidooi voor het korte verhaal. Vroeger las ik veel korte verhalen, maar zoals ik onlangs schreef, ligt die tijd al jaren achter mij en lees ik vrijwel alleen nog romans. Toch heb ik me voorgenomen om meer verhalen te lezen en ik heb zelfs al twee bundeltjes op mijn nachtkastje liggen. Ik vind het altijd jammer dat sommige bloggers zo spastisch reageren als ze er achter komen dat een boek dat ze aan het lezen zijn, blijkt te bestaan uit onderling verbonden korte verhalen. Het is dan óf “weg ermee” óf het krijgt een lage waardering. Alsof het iets uit maakt voor de kwaliteit….
LikeLike
Ik ben het met je eens, verhalenbundels kunnen fijn zijn! Ik las een poosje terug ‘Wit geld’ van Bernlef, fantastisch hoe hij kan vertellen en met weinig woorden een hele wereld kan scheppen.
LikeLike
[…] heb altijd van korte verhalen gehouden. Voor mijn eindexamen Nederlands las ik De schuiftrompet van C.C.S. Crone en Bevroren vuurwerk van […]
LikeLike