Jacob heeft het syndroom van Asperger. Hij lijkt vaak een normale jongen, maar als je goed kijkt is dat niet zo: hij zal je nooit recht aan kijken en je moet hem niet aanraken, want dan kan hij flippen. Zijn grootste hobby is het oplossen van misdaden en hij kijkt dan ook graag naar detectives op tv. Hij is intelligent, maar begrijpt niets van sociale interactie tussen mensen. Daarom wordt hij persoonlijk begeleid door Jess, die twee keer per week sociale vaardigheden met hem oefent.
Op een dag wordt Jess aangegeven als vermist. Als ze wordt gevonden is ze dood en alles wijst op een moord. Maar hebben de detectives de sporen wel juist geïnterpreteerd? Dit verhaal blijft spannend tot de laatste bladzijde. Het wordt verteld vanuit de verschillende hoofdpersonen. Daardoor weet je als lezer al meer, maar toch word je vaak weer aan het twijfelen gebracht en dat houdt het erg spannend.
Ondanks de spanning vond ik het op een gegeven moment wel wat saaier worden doordat er veel wordt herhaald. Telkens wordt hetzelfde verhaal verteld, wel net een beetje anders. Gelukkig wordt dat afgewisseld met nieuwe ontwikkelingen. Verder zijn sommige gebeurtenissen wel erg toevallig en dat maakt het iets minder realistisch. Maar Jodi Picoult kan goed schrijven en dat vond ik ook al na het lezen van My sister’s keeper.