Het dikke alfabetboek gaat over letters en alles wat daarmee te maken heeft. Het is gericht op kinderen en geschreven in heldere taal. Het begint met het ontstaan van de letters die wij gebruiken: het Latijnse schrift en de historie daarvan. Wat meteen opvalt is de mooie vormgeving van het boek, met blauwe inkt, en de grappige tekeningen die Frank Landsbergen er zelf bij gemaakt heeft.

Het tweede deel gaat over klanken en letters. Hieruit heb ik geleerd wat het verschil is tussen een umlaut en een trema: een umlaut heeft invloed op hoe een letter wordt uitgesproken en een trema is een hulpmiddel bij klinkerbotsingen.

Dan volgt er een boeiende wereldreis langs andere schriften, zoals het Arabisch en het Chinees. Maar ook minder bekende lettersoorten komen voorbij, zoals het mooie ronde Burmese en het elegante Koreaanse alfabet. Daarna volgen Morse, braille, gebarentaal en emoji. Wist je dat emoji een Japans woord is, dat bestaat uit e (plaatje) en moji (letterteken), dus het heeft niks met emoties te maken!

Het laatste deel van het boek gaat over schrijven, drukken en typen. Na de uitvinding van de boekdrukkunst werden talloze lettertypes ontworpen, waar ik eerder al eens een boeiend boek over las. En eindelijk krijg je antwoord op de vraag hoe je Chinese karakters in een computer krijgt.

Ondanks de titel heb ik dit heerlijke boek zo uitgelezen!

Lees ook wat Marc van Oostendorp over dit boek schreef.